Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar al [35]de Grieken namen [36]Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen [hem] voor den rechterstoel; en Gallio [37]trok zich geen van deze dingen aan. 35. Namelijk, die nog heidens en ongelovig waren, gelijk Gallio. 36. Of, deze Sosthenes dezelfde is geweest, waarvan gesproken wordt 1 Kor.1:1, is onzeker. 37. Namelijk uit verachting der Joden, en der Joodse en der Christelijke religie.